Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Een andere kijk op de productiekrachten PDF Print Email
Geschreven door Daniel Tanuro op zaterdag, 24 september 2005

Al wie vertrouwd is met de marxistische cultuur kent ongetwijfeld de tekst waarin Marx uitlegt dat op een bepaald niveau van hun ontwikkeling de productiekrachten botsen met de productieverhoudingen, en dat deze vervangen moeten worden door socialistische verhoudingen. Deze zin wordt gewoonlijk geïnterpreteerd als een bewijs voor het 'productivisme' van de auteur van Het Kapitaal. Een interpretatie die even contesteerbaar als wijdverbreid is, maar nog het meest van geloofsbrieven voorzien wordt door... de marxisten zelf.

Het debat over de 'productiekrachten' wordt vaak verkeerd gevoerd, en dat is het gevolg van een reductionistische definitie. De belangrijkste 'productiekracht' is volgens Marx het menselijk wezen zelf… Het kan moeilijk ontkend worden dat het kapitalisme vandaag de ontwikkeling van deze 'kracht' (tenminste voor de immense meerderheid van de bevolking) belemmert, zowel door zijn autoritaire productiewijze als door zijn vraatzuchtige consumptiewijze… Vervolgens komt de wetenschap. Haar rol als productiekracht groeit volgens Marx naarmate de economie complexer wordt. Ook hier springt de beklemming door de kapitalistische maatschappelijke verhoudingen in het oog: het volstaat te zien in welke mate de onderzoeksprogramma's aan de universiteiten gedicteerd worden door de noden van het bedrijfsleven. De natuurlijke hulpbronnen (naast de menselijke kracht), machines en procédés komen pas op de derde plaats in de marxiaanse catalogus van 'krachten'.

Welnu, de ecologische crisis levert ons, vooral op het vlak van de energie, enkele voorbeelden van de manier waarop de kapitalistische maatschappelijke verhoudingen de noodzakelijk door te voeren veranderingen belemmeren. Laat ons er enkele opsommen.
Volgens een recent door een groep experts uitgegeven rapport zou de systematische installatie van fotovoltaïsche zonnepanelen op alle naar het zuiden georiënteerde daken in de Europese Unie volstaan om alle huidige behoeften aan elektriciteit in de lidstaten te bevredigen. Een andere studie besluit dat een breed programma van warmte-isolatie van gebouwen en huizen de energieconsumptie binnen die sector met 40 % zou kunnen reduceren.

De reden waarom die oplossingen niet in de praktijk worden gebracht is niet technisch, maar maatschappelijk, dus politiek: de koopkrachtige vraag blijft beperkt tot de welstellende lagen van de bevolking… Het spreekt voor zich dat dit gebrek aan koopkracht nog meer weegt in de derde wereld. Eén voorbeeldje van de vele: er bestaat geen enkele globale studie over het hydro-elektrisch potentieel dat in het zuiden aangeboord zou kunnen worden door de installatie van microcentrales. Op dat punt beschikken we slechts over verspreide indicaties, terwijl het eigenlijk gaat over een bijzonder belangrijke hefboom, die gemakkelijk in werking zou kunnen worden gezet. Hier speelt niet enkel de gebrekkige vraag, maar ook de wil tot gecentraliseerde controle van de energiebedrijven: de lokale, zelfgecentreerde ontwikkeling volgt immers niet de logica van het kapitaal...

De moeilijkheden rond cogeneratie (of de gecombineerde productie van stroom en warmte) vormen een ander voorbeeld dat ons punt illustreert. Cogeneratie is één van de meest efficiënte manieren om snel de uitstoot van broeikasgassen in de energiesector te reduceren. Waarover gaat het? Simpelweg over het gebruik van de warmte die vrijkomt in de turbines die stroom produceren, hetzij voor stadsverwarming, hetzij voor industriële processen die geen al te hoge temperaturen nodig hebben. Op kleine en middengrote schaal impliceert die gecombineerde productie van warmte en elektriciteit een vorm van energiedecentralisatie, waarbij het surplus aan stroom verkocht kan worden aan het gewone elektriciteitsnet.

Maar aangezien het patronaat van de energiesector geen goed oog heeft op het zaakje, legt het een te lage aankoopprijs op. Van haar kant wordt de cogeneratie op grote schaal geblokkeerd door een ander kapitalistisch mechanisme: de afwezigheid van economische planning op lange termijn tussen de verwerkende industrie en de energiesector.

Waarom gingen de marxisten voorbij aan de antiproductivistische boodschap van de auteur waarop ze steunen? Dat is een belangrijke vraag die verre van beantwoord is. Twee zaken zijn echter duidelijk: 1) deze misser verklaart in grote mate ons gebrek aan interesse voor en kennis van de hierboven aangehaalde vraagstukken. 2) Een niet-productivistische lectuur van de tekst van Marx is niet enkel legitiem, maar ook nuttig en actueel: ze verschaft ons een sleutel om de 'milieucrisis' te analyseren en antwoorden aan te dragen die stroken met de reële maatschappelijke inzet, d.w.z. antikapitalistische antwoorden. Die zullen des te pertinenter en schokkender zijn naarmate ze twee verbonden dimensies integreren: 1) de transformatie, die duidelijk voorzien was door Marx, van de productiekrachten in destructiekrachten (geen enkel document over de strijd tegen de klimaatverandering, of het nu uit officiële kringen dan wel uit NGO-middens komt, heeft het over de noodzaak om de absurde verspilling tegen te gaan van rijkdommen in de wapenproductie - en nog meer in het gebruik ervan!); 2) de perspectieven voor een gedecentraliseerde maatschappelijke organisatie die het resultaat zijn van het gebruik van hernieuwbare energie.

Het socialisme zal gedecentraliseerd en op zonne-energie gebaseerd zijn, of niet zijn.

Naar boven