Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Naar een regionalisering van de sociale zekerheid? PDF Print Email
Geschreven door M. Lievens op maandag, 19 maart 2007

Vorige dinsdag betoogden honderden militanten van de BBTK en SETCa in Kortrijk tegen de splitsing van de sociale zekerheid. “Voor het behoud van de federale sociale solidariteit” stond op een groot spandoek vooraan de betoging te lezen. Een belangrijk signaal, tegen de plannen van o.a.… jawel, een aantal sociaal-democratische ministers die stukken van de sociale zekerheid willen overhevelen naar het Vlaamse niveau.

Een Vlaamse of federale sociale zekerheid, in die termen lijkt de discussie te worden gevoerd. Sociaal-democraten als Frank Vandenbroucke argumenteren dat de arbeidsmarkt in het noorden en het zuiden van het land verschilt, en dat dan ook andere accenten moeten worden gelegd op het vlak van de sociale zekerheid. De tegenstanders pleiten voor de solidariteit met arbeiders over de taalgrens heen. Daar wordt wel eens met het argument gezwaaid dat er inderdaad verschillen zijn tussen Vlaanderen en Wallonië, maar dat die er evengoed zijn tussen pakweg Antwerpen en West-Vlaanderen.

Dat de discussie in deze termen wordt gevoerd, is verdacht. Wat is de sociale zekerheid immers, als ze er anders uit kan zien volgens regio? Welke opvatting over de sociale zekerheid schuilt er eigenlijk achter de voorstellen voor regionalisering?

Het lijkt erop dat de vakbonden voor een stuk de categorieën van het patronaat hebben overgenomen. Voor de werkende klasse is de sociale zekerheid niets anders dan een recht, dat afgedwongen is door strijd. Het is een derde categorie van rechten, naast de politieke en burgerlijke rechten, en de recentere culturele rechten. Een recht heeft een universeel karakter, het is iets wat elkeen als mens of als burger toekomt. Het maakt niet uit hoe de lokale omstandigheden waarin je vertoeft, eruit zien: een recht is een recht (b.v. op een vervangingsinkomen van een welbepaald percentage van je voorgaande loon bij ziekte, pensioen enzovoort). We gaan toch ook het recht op vrije meningsuiting, of de vrijheid van vereniging niet regionaliseren? Dat zou een totaal zinledige gedachte zijn. En toch is het dat wat ze vandaag met onze sociale rechten willen doen.

Er is dus iets anders aan de hand. Om te kunnen spreken over de regionalisering van de sociale zekerheid, moet die eerst geherdefinieerd worden. Het is hier dat de kampioenen van de actieve welvaartstaat op de proppen komen. Voor hen is de sociale zekerheid immers geen recht, maar een instrument. Een middel namelijk, om de arbeidsmarkt te sturen, om mensen te ‘activeren’, hun inzetbaarheid en aanpasbaarheid aan te wakkeren. En middelen moeten uiteraard afgestemd zijn op de context waarin ze worden toegepast. Vandaar dat het discours over de regionalisering van de sociale zekerheid niet uit de lucht komt gevallen. Zonder voorafgaande herdefiniëring en omvorming van de sociale zekerheid tot instrument, is het überhaupt niet mogelijk om te spreken over regionalisering.

De arbeidersbeweging begint verzwakt aan dit gevecht. De vakbonden hebben immers grotendeels de agenda van de actieve welvaartstaat aanvaard. Ze gaan bijvoorbeeld akkoord met de patronale loonlastenverlagingen die gemoduleerd worden volgens inkomensschijf. Vandaag worden de patronale bijdragen voor de sociale zekerheid onder andere voor de lagere inkomens verminderd, met als doel die lagere inkomensgroepen te ‘activeren’. De vakbonden lijken de strijd voor de arbeidersdefinitie van de sociale zekerheid (als sociaal recht) dan ook stilzwijgend te hebben opgegeven en aanvaarden daarmee de patronale definitie ervan (als instrument). Dat bemoeilijkt hun uitgangspositie in de strijd tegen de regionalisering. Die laatste is immers niet meer dan een logische conclusie uit de premisse dat de sociale zekerheid een arbeidsmarktinstrument is, veeleer dan een recht. Op die manier wordt niet enkel het democratisch raamwerk van onze maatschappij aangetast (er wordt immers aan onze rechten geraakt!), maar wordt de arbeidersbeweging ook gedwongen om kwesties die niet in termen van de nationale kwestie moeten worden gedacht, toch vanuit die optiek te benaderen. De inzet ligt nochtans elders. De strijd is er één voor onze sociale rechten en tegen de actieve welvaartstaat, veeleer dan één rond de nationale kwestie. Laten we de dingen dan ook maar zo benoemen.

Naar boven