Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Ja aan de redding van het klimaat. Neen aan de CO2-taks PDF Print Email
Geschreven door Daniel Tanuro op woensdag, 28 februari 2007

De idee voor een CO2-taks circuleert al een aantal jaar. Toch werd er tot op vandaag geen werk van gemaakt. Met het groeiende klimaatsprobleem wordt de taks nochtans vanuit verschillende hoeken terug opgerakeld: het Sternrapport over de economische impact van klimaatswijziging hecht er veel belang aan, de taks staat volledig centraal in het ecologisch pact van Hulot en bij ons rekende het Planbureau uit welke belastingsvoeten er gehanteerd moeten worden om verschillende niveaus van vermindering van broeikasgassen te bereiken (1). Daniel Tanuro plaatst fundamentele vraagtekens bij de taks en neemt het op voor quota. De taks wordt enkel maar gevaarlijker als hij aan de man wordt gebracht met nobele groene argumenten...

Milieubewegingen stellen de CO2-taks voor als een evidente noodzaak. We zijn het wel eens dat de tijd dringt en dat enkel radicale maatregelen zullen volstaan om het klimaat te redden. Bovendien zetten we ons af van traditioneel links, dat bij gebrek aan maatschappelijk alternatief zich beperkt tot het begeleiden van de kapitalistische groei en op die manier zelf een aandeel heeft in de nakende ecologische catastrofe (waarvan de arbeiders en de armsten nochtans de eerste slachtoffers zullen zijn). En toch zijn we het niet eens met de CO2-taks en pleiten we voor andere oplossingen. We zijn er tegen, niet enkel om sociale redenen maar ook om politieke en milieuredenen.

Taks, quota  en milieu

Laten we met dat laatste beginnen. Eerste bemerking: in de economische theorie zijn taksen en quota mogelijke instrumenten in de strijd tegen vervuiling ("externaliteiten", genoemd). Inzake de strijd tegen de klimaatswijziging wordt de taks voorgesteld als een alternatief voor de nationale quota voor de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen (het Kyotosysteem). (2) Welnu, vanuit een milieustandpunt zijn die twee systemen niet gelijkwaardig. In het geval van een taks gaat men op voorhand de prijs van de "externaliteit" (in dit geval gas, benzine, mazout etc) bepalen, waarna de omvang van de uitstoot volledig afhangt van de beslissing van de economische actoren (die kunnen beslissen om hun uitstoot terug te schroeven en te investeren in alternatieve energie maar ze kunnen net zo goed verder vervuilen en de taks betalen). Je bent dus allerminst zeker van het resultaat. In het geval van quota werk je omgekeerd: je bepaalt eerst het toegestane niveau van verbruik, waarna dat de prijs kan afhangen van andere factoren zoals de economische conjunctuur, de energie-efficiëntie etc. In het geval van de taks staat economische zekerheid voorop, terwijl bij quota de ecologische zekerheid centraal staat. In de strijd tegen de klimaatswijziging zou het dus voorzichtiger zijn om te kiezen voor quota.

Tweede bemerking: de taks brengt ons terug bij de uiterst ingewikkelde vraag over de waarde van de natuur en dus ook van een mensenleven. Als de taks een voldoende vermindering van de uitstoot zou moeten genereren, dan zou het niveau ervan moeten vastgesteld worden in functie van de totale kost van de schade van de opwarming. Welnu, een groot deel van die schade valt onmogelijk te becijferen in monetaire termen. In de praktijk gebeurt de berekening in feite volgens het principe van "de bereidheid om te betalen", men zoekt een werkbaar en aanvaardbaar compromis. Dit houdt een utilitaristische benadering van de natuur in: als niemand bereid is om te betalen voor de redding van een bepaald soort vlinder die "tot niets dient", dan zal die soort verdwijnen. Voor een ander deel van de schade, het deel dat mensen rechtstreeks treft, kom je uit op resultaten die vanuit ethisch oogpunt onaanvaardbaar zijn: volgens het principe van de "bereidheid om te betalen" is het leven van een Tanzaniaanse boer honderd keer minder waard dan het leven van de New Yorkse bankier. Soms pleit men er daarom voor om de cijfers aan te passen via ethische overwegingen. Dat doet het Sternrapport bijvoorbeeld: het baseert zich op studies die de globale kosten verhogen met 33 procent tot zelfs verdubbelen om een groter gewicht te geven aan de gevolgen van de opwarming in derde wereldlanden (3).  Maar zelfs een dergelijke weging volstaat niet om armen en rijken uit deze wereld op dezelfde hoogte te plaatsen. In feite zijn deze "ethische correcties" niet meer dan een pleister op het houten been van de waardewet, een kapitalistische wet die meer dan ooit ontoereikend blijkt om echte sociale en natuurlijke rijkdom uit te drukken.

Een bedreiging voor de sociale zekerheid

Laten we de zaak nu eens vanuit politiek oogpunt bekijken. Tegen 2050 moet de uitstoot van CO2 met 80 procent naar beneden. Dat vereist structurele, sociale veranderingen van grote omvang. Deze veranderingen kunnen slechts het resultaat zijn van een globaal plan en kunnen niet overgelaten worden aan de hypothetische mogelijkheid om via een taks de markt te heroriënteren.Een dergelijk plan moet ondersteund worden door een bewustwording en een engagement vanuit de bevolking. Daarom is het van groot strategisch belang dat een dergelijk plan onderwerp uitmaakt van een breed en democratisch maatschappelijk debat, dat de mensen begrijpen dat het niet om een nieuwe manier gaat om de sociale ongelijkheid te doen groeien. We hebben natuurlijk geen enkele garantie dat een dergelijk debat hoe dan ook leidt naar de keuze voor quota. Maar als je met taksen begint te werken, zal dat debat er zeker niet komen. Eén keer de taks bestaat dan zal immers de markt er zich  wel mee bezighouden… op haar eigen manier: op de rug van de werkende mensen en de armen uit de ganse wereld...

En dit brengt ons onvermijdelijk bij de sociale kwestie. Het minste wat je kan zeggen is dat de factuur wel eens pijnlijk kan worden. Primo, de taks zal onmiddellijke gevolgen hebben voor het niveau van de prijzen. Secundo, alle voorstellen uit de hoek van de regering vertrekken vanuit de idee dat de invoering van de taks gepaard zal moeten gaan met de verlaging van de patronale bijdragen aan de sociale zekerheid, om zo onze heilige concurrentiepositie niet in het gedrang te brengen (in dat geval zullen de opbrengsten van de taks het geslagen gat in de sociale zekerheid moeten helpen dichten). Welnu, iedereen moet er zich goed bewust van zijn wat dit eigenlijk betekent.Volgens simulaties van het Planbureau zal een vermindering van de emissies met dertig procent tegen 2020 (hou even in gedachten dat we 80 procent vermindering moeten bereiken tegen 2050) via een taks en met evenredige verlagingen van de sociale bijdragen van de bedrijven leiden tot een verhoging van de indirecte belastingen (de meest onrechtvaardige belastingen) ter waarde van 1,6 procent van het BBP. De patroons zouden een cadeau van 8960 miljoen euro ontvangen, oftewel een verlaging van de loonkost van 3,9 procent terwijl de verhoging van de gemiddelde energieprijs bij uiteindelijke consumptie 32,5 procent zou bedragen. Zoals Leon Taniau recent schreef in Le Journal de Mardi: "De wereld van de arbeid zou dus betalen voor: a. de taks die overeenstemt met de eigen emissies (verwarming, verplaatsingen etc.); b. de taks die overeenstemt met de emissies van de bedrijven (die leiden tot een verhoging van de prijzen); c. de stabilisering van de sociale zekerheid." Voorts merkt hij op: "Stel dat de taks zijn doel bereikt en dat de CO2-uitstoot drastisch terugloopt, dan zullen de inkomsten ook verminderen… Wie zal er dan het gat in de sociale zekerheid dichten?" (4)

Deze drie luiken -sociaal, milieu en politiek- zijn natuurlijk nauw met elkaar verbonden. Wanneer de bevolking er achter zal komen dat de   strijd tegen de klimaatswijziging als voorwendsel dient om de sociale herverdeling terug te schroeven, zal ze zich allicht keren tegen de CO2-taks (zoals ze zich keerde tegen de ecotaksen). Op zich zou dat ook legitiem zijn, al zou het opnieuw de sociale strijd en de milieustrijd lijnrecht tegenover elkaar plaatsen en de voorzichtige convergentie die groeit tussen beide ongedaan maken. Welnu, die convergentie is nochtans van doorslaggevend strategisch belang, gezien de klimaatswijziging in de eerste plaats een wereldwijd sociaal fenomeen is. De kapitalistische logica zorgt ervoor dat je de maatschappij enkel maar kunt veranderen door een bundeling van diepgaande, structurele maatregelen: gratis en kwaliteitsvol openbaar vervoer, verbod op wegtransporten onder een bepaalde afstand, een publiek plan voor de isolatie van gebouwen, een publiek plan voor de ontwikkeling van zonne-energie onafhankelijk van de kosten (de staten hebben dat ook gedaan voor kernenergie!), het in vraag stellen van de flexibele arbeid die mensen verplicht om de auto te gebruiken. Plus daarbij een massale transfer van propere technologie naar derde wereldlanden, in respect voor hun soevereiniteit. Enkel een geheel van dergelijke collectieve maatregelen bieden iedereen de kans om zich verantwoordelijk op te stellen ten opzichte van het klimaat. Geld kan het probleem niet zijn: de woekerwinsten van de gas- en petroleumsector bedragen wereldwijd 1500 miljard euro (5) en de defensiebudgetten liepen in 2004 op tot 1037 miljard dollar (6). Volgens het Sternrapport bedraagt de som van deze twee cijfers het dubbel van het bedrag dat nodig is om de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer onder de kritische drempel van 450ppmv te houden.

Voetnoten

(1) Over het Sternrapport, lees ons artikel " Le rapport Stern, ou la réponse néolibérale au changement climatique ". Over Nicolas Hulot, lees " Nicolas Hulot face au changement climatique: un objectif biaisé, une proposition tronquée " op http://www.europe-solidaire.org. De studie van het Planbureau kan je terugvinden op http://www.klimaat.be/climat_klimaat/pdfs/FR-Post2012_Horiz20-50.pdf (2) Sommigen spreken zich uit voor een samengaan van quota en taksen, maar dat debat laten we links liggen gezien het niets verandert aan onze kritiek op de taks. (3) Volgens Stern zelf, zouden de klimaatrampen in de arme landen zelfs onopgemerkt voorbijgaan in de ogen van de economisten, gezien ze zouden opgaan in de globale economische groei. (4) Journal du Mardi, 16/1/07. (5) JM Chevalier, " Les grandes batailles de l'énergie ", Folio actuel(6) Cijfer van SIPRI, Stockholm

Naar boven