Palestina: werken aan de andere andere kant van de muur |
![]() |
![]() |
![]() |
Geschreven door | op zondag, 09 december 2012
![]() Alleen Palestijnen met een speciale werkvergunning kunnen er door. Hun werkgever zorgt voor een speciale vergunning. Als die een arbeiders wil ontslaan, volstaat het om de Israëlische autoriteiten de vergunning weer te laten intrekken zonder dat de werkgever zich er toe verplicht een ontslagvergoeding aan de werknemer te betalen. Palestijnen die ooit gearresteerd zijn of gevangen gezeten hebben, belanden op een zwarte lijst en krijgen een levenslang verbod om naar de andere kant van de muur te trekken. Het officiële argument voor de bouw van de muur is dat ze de veiligheid van Israël moet garanderen. In werkelijkheid annexeert de muur grote delen Palestijns grondgebied. Een 300.000-tal Palestijnen zit daardoor gevangen aan de ‘verkeerde’ kant van de muur. Zij hebben geen Israëlisch staatsburgerschap en mogen zich dus niet buiten het dorp begeven, behalve om zich via grote poorten door de muur en militaire controleposten naar de andere (Palestijnse) kant van de westelijke Jordaanoever te begeven. In Bethlehem en de zustergemeenten Beit Sahour en Beit Jala loopt de muur op veel plaatsen tot dicht tegen de bewoonde buurten. Aan de noordzijde ligt het gros van hun landbouwgrond en waterbronnen aan de Israëlische kant van de muur. In totaal verliezen de inwoners 15.000 dunum grond (1 dunum = 1000m²). De eigenaars kunnen ze niet langer bewerken. Veel boeren zijn zo in de werkloosheid beland en moeten op zoek naar een andere job. Op een deel van de grond zijn inmiddels grote nederzettingen gebouwd zoals Har Homa en Gilo. Deze nederzettingen behoren nu tot Jeruzalem, die sinds de wettelijke annexatie van het Palestijnse Oost-Jeruzalem in 1980 door Israël de ‘een en ondeelbare hoofdstad’ van Israël wordt genoemd. Geen enkel land ter wereld erkent deze annexatie. De muur en de nederzettingen verwoestten veel mensenleven. Ameen (31) is de zoon van een landeigenaar wiens landgoed in de buurt van Bethlehem tijdens de tweede intifada door de Israëlische autoriteiten is onteigend om plaats te maken voor nieuwe Israëlische woonblokken. Zijn verhaal hoor je ontelbare keren. In 1999 verwoestte het Israëlisch leger zijn woonst en ontwortelde de soms meer dan 100 jaar oude olijfbomen. Ameen was 18 jaar en voelde zich onmachtig. “We waren daar zo gelukkig”. In een wanhoopsdaad, bekogelde hij de militairen met een steen. Ameen werd gearresteerd en verbleef twee jaar in de gevangenis. In de eerste maanden werd hij gefolterd met luide muziek, moest hij urenlang gebonden op een stoel zitten en werd hij uit zijn slaap gehouden. Geregeld kreeg hij slagen. Zijn cel was veel te klein, “als een doodskist”. Sindsdien staat hij op de ‘zwarte lijst’ en mag hij niet meer naar Oost-Jeruzalem reizen of naar de grond van zijn ouderlijk huis. Ameen moet nu noodgedwongen overleven met de verkoop van koffie aan de militaire controlepost. Zijn studies kon hij niet meer afmaken.
* Ludo De Brabander begeleidt momenteel een groep van Vrede vzw op politieke inleefreis doorheen de Westelijke Jordaanoever. Op de website van Vrede houdt hij een blog bij over deze reis.
|
Midden-Oosten :